Thursday, September 14, 2006

9/11 herbeleefd: een portret

Het is maandag. Normaal gezien zit de metro van New York altijd afgeladen vol. Zo vol dat een dakloze in je oor ademt aan de ene kant, en een corpulente dame op je tenen staat aan de andere. Zo vol dat je zo snel mogelijk weg wil. Vandaag niet. Het is rustig en stil. Enkel wat giechelende meisjes en het ritmisch gekabbel van de stalen cabine die contact maakt met de sporen.

Het is 11 september, 5 jaar na wat New Yorkers ietwat ontwijkend omschrijven als "that day". Tijdens "that day" ervaarde de stad een collectief trauma dat nog steeds niet geheeld is, getuige het feit dat het zo rustig is in de metro. Er leeft een vreemde angst onder mensen, er hangt spanning. Terwijl de veiligste stad om met de metro naar je werk te gaan op de verjaardag van 9/11, waarschijnlijk New York is, bewaakt door duizenden agenten (men zegt 10 000) en soldaten. Ook de Coast Guard heeft extra personeel ingezet uit vrees voor een aanval over water. Het is irrationeel om te denken dat je risico loopt slachtoffer te worden van een terroristische aanslag... of niet? Ik probeer me in te beelden hoe het moet geweest zijn voor mensen in Madrid of Londen. Zij dachten ongetwijfeld ook dat zij nooit slachtoffer konden zijn van een aanslag, en dan toch... Ik kijk rond op zoek naar vreemde figuren, iets minder comfortabel en op mijn gemak dan daarnet. Ik lijk wel weer twaalf. Toen keek ik ook onder het bed om te zien of er niemand lag, hoewel ik diep vanbinnen wist dat dat dat niet kon. Ook nu nog voel ik soms aan de deurklink, hoewel ik de deur net op slot heb gedaan. Dit is hetzelfde. Bizarre vragen stromen door mijn hoofd. "Misschien is die dakloze wel een vermomd lid van Al Qaeda?" "Is die man gewoon dik of is dat een bom rond zijn lijf?" Ik stel me voor hoe de rugzak van het oude dametje naast me plots ontploft en ons wegslingert. Ik panikeer, kijk naar het schema van de stops, en zie dat het nog een halte is voor we op onze bestemming zijn. Ik probeer "cool" te blijven, maar kan mezelf er niet van weerhouden oncontroleerbaar heen en weer te schuifelen op mijn harde stoel. Na wat een eeuwigheid lijkt te zijn, bereiken we eindelijk de halte waar we moeten zijn. Ik sta cool op, werp een blik op de rugzak van het dametje, wens haar een goeiedag, en wandel zo rustig mogelijk naar de uitgang. Op het perron lach ik met mijn eigen absurde gedrag en wandel met Marijke aan mijn hand het station uit. We zijn op weg naar de World Trade Center site. We hebben besloten om pas in de namiddag te komen, hoewel er een ceremonie gepland was in de ochtend: familieleden van de slachtoffers die de namen van het geliefden voorlezen. Marijke en ik willen niet overkomen als ramptoeristen en foto's nemen van rouwende mensen. Ik kijk omhoog, naar waar de torens ooit stonden en zie niks dan blauwe lucht. Ik probeer me in te beelden hoe het was toen de torens er nog stonden. 110 verdiepingen hoge mastodonten die de skyline van Manhattan, en elke postkaart, domineerden. Nu, niks meer. Een gigantisch groot gat in het midden van de stad waar na vijf jaar nog steeds niks gebouwd is.



Marijke en ik mengen ons in het gewoel. Mensen van allerlei pluimage zijn op deze dag afgekomen, de meesten helaas om deze dag in hun voordeel te gebruiken (of eerder: misbruiken). Er zijn politieke activisten van beide partijen. Een man die zweert bij een bord dat zegt dat president Clinton verantwoordelijk is voor de aanslagen. Wat verder een andere die Bush en zijn administratie leugenaars vindt. Er zijn ook - hoe kan het anders - mensen die geloven in een complottheorie: dat 9/11 een operatie van de CIA in opdracht van de president was. T-shirts met het opschrift "investigate 9/11" moeten mensen ervan overtuigen dat niet moslimterroristen, maar Amerikanen de gebouwen hebben neergehaald. Waarom? Verschillende redenen. Zo zou de president de aanslag besteld hebben om een oorlog te kunnen beginnen. Anderen zeggen dat de eigenaars geld van de verzekering wilden. Etcetera. Verhitte discussies vinden plaats tussen deze gekken en mensen die vinden dat ze respect moeten tonen op deze dag (waarvan ik er een ben). En toch lees ik hun pamfletje, vol met vragen die onbeantwoord zijn gebleven, en zucht. Waar houden sommige mensen zich toch mee bezig.



Bij het zien van alweer een gek richt ik mijn ogen omhoog en denk aan hoe het moet zijn om vast te zitten honderden meters boven de grond. Hoe het moet zijn de keuze te hebben tussen levend verbranden en in de diepte springen. Het het moet zijn de dood te aanvaarden en je 100 verdiepingen naar beneden te laten vallen. Hoe hard ik ook probeer, ik kan het me niet inbeelden, onmogelijk. 's Avonds - terwijl ik naar the tribute in Light kijk, twee lichtstralen die de WTC-torens voorstellen - laat het idee me niet los. Ik wil weten hoe het voelt...

Het is woensdag. Marijke en ik staan op het Empire State Building, na de ondergang van de WTC-torens terug de hoogste toren in de stad, 1250 feet hoog. We staan op de 86ste verdieping. Ik kijk omlaag. Mensen zijn stipjes, auto's zijn matchboxjes, gebouwen zijn wazige vlekjes. In de verte vormt de Manhattan skyline de horizon samen met het Vrijheidsbeeld en Ellis Island. Na de verplichte audio-tour blijf ik nog even staan vooraleer terug naar beneden te gaan, gewoon, om wat te kijken. In de verte stijgt een vliegtuig op van JFK International Airport. Dezelfde irrationele twijfel als in de metro maandag besluipt me. Wat als terroristen besloten hebben om dit keer de Empire State aan te vallen en dezelfde strategie gebruiken? Wat als ze een vliegtuig in dit gebouw rammen en we vast zitten? In mijn hoofd zie ik de vlammen al door de liftschachten knallen, zie mensen hulpeloos rondhollen, mompelend dat "dit niet aan het gebeuren is". In het begin probeer je jezelf te redden, maar langzaam aan komt het besef: we zitten vast. De trappenhallen zijn duizenden graden celcius warm en gevuld met rook. Helicopters kunnen geen reddingsoperaties op gang zetten omwille van diezelfde rookpluim. Ik leun naar voren en kijk naar beneden. "Je moet al wel heel wanhopig zijn om van zo hoog te springen" Marijke was blijkbaar aan hetzelfde aan het denken. "Inderdaad", zeg ik, voor we naar beneden gaan, naar de begane grond, naar het het velige straatniveau? Or is it.... Paranoia blijkt een besmettelijk beestje te zijn.


1 Comments:

Blogger Annemiek said...

Zoiets als wat je beschrijft had ik ook in de metro, een half jaar na 9/11. Van tevoren had ik er niet eens aan gedacht, maar toen ik er in zat opeens een paniekgevoel, zo van je zit als een sardien in een blik met geen uitweg als er iets gebeurd. Het weerhoudt me toch niet om er weer in te stappen.
Het is gewoon niet voor te stellen wat de mensen in die gebouwen doorgemaakt moeten hebben.

9:14 PM  

Post a Comment

<< Home