Thursday, February 23, 2006

Reismicrobe

Ik heb het er nog maar vaagjes over gehad, in mijn post over het sublieme nummer The Gambler van Kenny Rogers: mijn passie voor reizen. Nu ongeveer drie jaar geleden heb ik - tijdens een filosofisch avondje op café - besloten om veel te gaan reizen, en daar gaat nu zo ongeveer al mijn geld naartoe. Het is een beetje zoals in het lied "tussen de liefde en de leegte" van stef bos (ik negeer opzettelijk het metaforische gehalte van de tekst)

Ik blijf mijn hele leven reizen
Ik volg de wegen van de twijfel
Ik zoek naar wat ik nooit zal vinden
Want ik wil dwars door de dood heen zingen

Voorlopig heb ik er een tweetal grote reizen opzitten (kleine trips naar Italië, Engeland, ... tel ik niet mee).

Twee zomers geleden ben ik met Koen naar de West Coast van Amerika getrokken: LA - San Diego - Tijjuana - Grand Canyon - Las Vegas - Yosemite National Park - San Francisco. Een rondreis van 25 dagen met een gehuurde auto. A good old road trip. Een aanrader voor iedereen (hoogstwaarschijnlijk zal ik nog wel wat verhalen oprakelen in komende posts).

Vorige zomer ben ik met Koen naar Oost-Europa getrokken. Op 25 dagen Berlijn - Praag - Krakau (en Auschwitz) - Wenen - Budapest - (Bratislava door) - Kroatische kust - Ljubljana - Venetië.

Deze zomer zal ik met Marijke twee maanden naar midden en Oost Amerika trekken. Op het programma staan: Boston, Niagara Falls, Chicago, Madison, Memphis, Nashville, Miami, The Keys, (Cuba?), Georgia (Savannah?), South-Carolina, North Carolina, Washingon DC, Philadelphia, New York. Op twee maanden zou dat moeten lukken. Aangezien we budgettair zwaar beperkt zijn, zal het al hitchhikend moeten gebeuren. We proberen ook zoveel mogelijk gratis overnachtingen te versieren. Zij die dit lezen en iemand in Amerika kennen in de steden waar wij naartoe gaan: het zou geapprecieerd worden ons een overnachting (al is het in den hof) te regelen. Zo; tot zover het stukje sluikreclame.


Tijdens die verre reizen wordt natuurlijk heel wat afgekribbeld door ondergetekende. Zo heb ik volgende stukje neergepend aan de oevers van de Donau in Budapest, met aan de overkant het gigantische Hongaarse parlement.


Ik neem je bij de hand
en toon je de stad
die de mijne is geworden.
Pest draagt het Parlement voor,
op de handpalm,
als een kind dat iets aan moeder
wil tonen.
“Oh wat mooi”
zegt de toerist naast me,
niet omdat hij het meent
maar omdat hij verder wil
op zijn queeste naar de mooiste foto.
In Buda liggen stukjes verleden
als schelpen op het strand
je zoekt er de mooiste uit
en die neem je
voor altijd
met je mee.

0 Comments:

Post a Comment

<< Home